‘Terug over de brug’

Een meeuw vliegt mee naar de overkant. Hij of zij kijkt ons aan en buigt dan af over de Oosterschelde.
Haringvliet, Hollands Diep. Willemstad, richting Oude Tonge, over de Grevelingendam naar Bruinisse. Op weg naar Zeeland voor een familie weekend. Vlak bij Zierikzee afslag Zeelandbrug.

De brug, bekend terrein uit mijn jeugd. Dit was de toegang naar mijn familie. Een echte toegang met tol.
Mijn zus en ik kibbelden over wie het muntje in het bakje mocht mikken. Wel goed mikken, want alleen dan ging de slagboom open. Het alternatief was dat mijn vader stopte, de motor uitzette, het muntje ging zoeken om het op te rapen en in het bakje te deponeren. Terug naar de auto op hoop van zegen dat de motor weer zou aanslaan.
De grootste grap, voor mijn vader ten minste, was om te doen of de auto kapot was.
Eerst gingen we als gezin. Later ging ik alleen met mijn vader, bij de delta werken in aanbouw langs en dan naar zijn moeder en vader, Granny en Granno. Dat betekende gewoon oma en opa, maar ze hadden in Engeland gewoond, vandaar.

Met de oudste broer van mijn vader ging ik nog eens terug naar het huis van Granny en Granno.
Mijn oom en tante woonden toen op ‘Hof Welgelegen’ waar ik, in mijn volwassen leven, graag kwam en mij heel welkom voelde. Met mijn oom, die in Engeland was geboren, ging ik mee naar buitenplaats ‘Steenhove‘. De herinneringen kwamen gelijk terug toen ik binnen stapte.
De enorme trapleuning in de hal, waar ik vanaf roetsjte als Granno niet thuis was.
De tuin met de enorme schommel, waar ooit een touw van knapte, omdat een enorme dronken kerel tijdens een feest probeerde zichzelf de lucht in te lanceren.
Enorm in mijn herinnering was nog steeds enorm.
De schommelbank in de luwte, waar mijn moeder liefst was met mij en mijn zusje, uit het zicht van haar schoonfamilie.

De meeuw vliegt van ons af richting de Noordzee. Mijn fiets ligt achter in de auto. Een paar weken geleden fietste ik hier naar de overkant. Is dit dezelfde meeuw, die toen met mij op vloog?
Revanche.
De vogel keek mij aan en leek te krijsen ‘kan je niet sneller?’
Even later ging het dier in een hogere versnelling en liet mij achter in mijn eigen cadans. Ik keek naar de Oosterschelde. Het was bijna hoogtij. Onder de brug bij de eerste pijler maakte duikers zich klaar om de onderwaterwereld te gaan bewonderen.

Colijnsplaat, Vrouwenpolder en dan ben ik terug op Walcheren.
Toen mijn oom en tante ouder werden, hun kinderen hadden het ouderlijk huis al lang verlaten, verhuisden ze naar ‘Klein Welgelegen’.
Bas en ik hielpen ze met het plaatsen van een knal blauwe keuken. Mijn oom deed graag alles zelf, maar kon dat niet meer. Het delegeren ging hem nog wel prima af.
Daarna gingen we een ijsje eten. Ik zie mijn tante nog lopen. Op haar blote voeten, omdat dat voor haar het meest comfortabel was. In haar blauwe jurk.

Oostkapelle, met mijn ogen dicht kan ik precies vertellen waar we langs rijden. Kasteel Westhove, de luxe appartementen gebouwen en dan rechtsaf het plaatsje binnen. Langs de ‘IJsvogel’ met links het straatje van mijn oom en tante.
De oprijlaan naar ons weekend verblijf op, langs de algemene begraafplaats.

Vanuit ‘Klein Welgelegen’ liepen we achter de knal blauwe kist van mijn tante aan. Gedragen door haar kinderen en kleinkinderen. Het was verdrietig en mooi. Ik was mijn tante dankbaar dat ik mij ook hier weer heel welkom voelde.

Het huis voor ons familie weekend is heel knus. Bas heeft het gehuurd samen met de oudste dochter en zijn jongste neef van zijn zus. Als verrassing voor mijn schoonzus en zwager.
We lopen we naar ‘De Westkaap’ voor lunch. Het dijkpaviljoen ligt prachtig, direct aan de Noordzee tussen vuurtoren Noorderhoofd en Westkapelle.

De laatste keer dat ik met mijn familie bijeen kwam was bij ‘De Westkaap’. Drie tafels. Aan elke tafel één kind van mijn oom, met hun eigen familie. Een lege plek, gedekt met een pilsje, een laatste groet van ‘De Westkaap’ aan mijn oom.

Fietsend over Walcheren denk ik terug aan mijn familie. Ik besluit ‘Hof Welgelegen’ op te zoeken.
‘Mooi hè’, hoor ik achter mij als ik foto’s sta te maken van de boerderij.
Vol trots zeg ik, ’ja, hier woonden mijn oom en tante’.
Hun oude buurvrouw verteld mij dat zij mijn familie goed kende.
‘Ik zat bij de dochter in de klas’.
Hiermee blijkt ze het zusje van mijn vader en oom te bedoelen.
‘Ze nam mij op een keer mee naar ‘Steenhove’ tussen de middag, om te lunchen. Ik had medelijden met haar, ze was daar helemaal alleen in dat enorme huis met een huishoudster. Haar ouders waren veel op zakenreis. Haar grote broers studeerden en woonden niet meer thuis.’
Het beeld wat de buurvrouw schets klopt, de grote afwezigheid van Granny en Granno heeft de binding van de familie geen goed gedaan.
Mijn gedachten gaan terug naar de bijkeuken waar ik eens een boterham in vier stukken at. Alle vier de stukken met verschillend beleg, gemaakt door de huishoudster en opgegeten onder toeziend oog van Granny. Dat was eenmalig en daarom zo bijzonder dat het mij is bij gebleven.

Terug in het knusse weekend huis is het warm, er zijn allemaal lekkere hapjes gemaakt en er wordt een bijpassend drankje voor mij ingeschonken. Ik nestel mij op de bank naast Bas en kijk om mij heen. Ik voel mij welkom in deze familie, die ook mijn familie is.
Morgen rijden we terug naar huis. Niet terug over de brug, maar langs de Noordzee over de Deltawerken.

©HIRUNDO_hetjuffie_pauline

Zeelandbrug
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
Noordzee
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline

Walcheren
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
Walcheren
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
buitenplaats ‘Steenhove’
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
‘Klein Welgelegen’
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
Noorderhoofd
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
Noorderhoofd
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
‘westkaap’
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
‘Hof Welgelegen’ ©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
algemene begraafplaats
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline

5 gedachtes over “‘Terug over de brug’

Geef een reactie op JW Reactie annuleren