Als kansen keren

‘California dreamin’
On such a winter’s day’
In ons parade paardje glijden we over de sneeuw. Eerst Sequoia NP en dan Death Valley, het kan niet op.

Een paar dagen geleden hebben we ons parade paardje opgehaald. Onze reservering, de kleinste en goedkoopste auto blijkt niet beschikbaar. De verhuurder heeft wel iets anders.
Bas loopt even mee de garage in om te zien of onze bagage erin past. Met een brede grijns komt hij terug.
“Wat een mazzel dat we licht reizen” en wijst naar onze tassen.
De verhuurder is opgelucht en geeft hem de sleutels van de Mustang.
Langs witte bloesem brengen ze mij samen naar de sneeuw.

In ons parade paardje glijden we door de sneeuw. Eerst Sequoia NP en dan Death Valley, het kan niet op.
De weg is ijzig, maar het deert ons niet. Drie kwart op weg. Dan kunnen we niet verder zonder de Mustang te temmen. Sneeuwkettingen? Dat nooit en steigerend komen we tot stilstand, de weg is onzichtbaar geworden.
Er zit niets anders op dan om te draaien en terug te galopperen over de ijzige weg uit het prachtige wintersport landschap, de rode kustmammoetbomen achterlatend, terug naar de warmte van het naderende Californische voorjaar.
Opnieuw langs de ontluikende sinaasappelbloesem, spierwitte reigers en eekhoorns in hun dikke wintervacht.
Het wordt een lange omweg, die eindigt met een afgelegen kronkelweg met daarlangs huizen zoals Southfork Ranch van de familie Ewing uit de soapserie Dallas van de jaren negentig in de vorige eeuw en enorme trailers met allemaal hun eigen vuilnisbelt.
Death Valley is niet haalbaar. We eindigen in de Wild West in het te dure Fairfield Marriot in een zakelijke kamer met een Pizzahut pizza op bed voor de TV.

Nieuwe dag, nieuwe kansen. Terug naar de interstate. De Californische zon verwarmt ons parade paardje, die tevreden richting Death Valley draaft.

“Nice wheels”.
Bas vertelt allang niet meer dat het een rental is als hij een compliment krijgt over ‘zijn’ Mustang. Slechts eenmaal mag ik de teugels beroeren, maar verder vormen ze samen een hecht stel.
Devils Cornfield, Flat Sand Dunes, een verzengende hitte en aan het eind van de dag geen hotel in het park. Over Hells Gate rijden we California uit en Nevada in.

Stage Coach is te min voor ons parade paardje, maar ditmaal trekken we ons niets aan van het kapsones dier.
Zoals elk zichzelf respecterend gastonderkomen in Nevada heeft ons motel een casino met een Diner. De Diner is overvol, dus maken we een reservering voor later op de avond. Dan eerst maar een gokje wagen.
De speeltafels slaan we over, daar gaat te veel en te snel geld in om. De speelautomaten zwaaien met hun armen naar ons.
Van gratis drank voorzien staan we, met een beker vol munten, bij de eenarmige bandiet. Zo kunnen we de tijd tot eten vullen met drank en spel. Als volleerde gokkers voeden we de hongerige machine van tijd tot tijd, in het zicht van de serveerster, om gehydrateerd te blijven.
Toeters, sirenes en zwaailichten. Verbijsterd kijken we om ons heen, Jackpot, dit kan toch niet waar zijn. De serveerster is een paar rijen verder bezig en kijkt onze kant op. Eigenlijk kijkt iedereen onze kant op. Onze ogen zoeken een casino medewerker, maar vinden er geen.
Onze Diner reservering begint zo. Wat moeten we doen?

Ik ren naar de counter en zeg dat we wat later zijn, maar zeker zo meteen komen eten en ren terug.
De kast staat nog steeds te loeien. De hele rij bandieten loeit nu mee, super Jackpot.
Kennen jullie die reuze irritante gok reclames van tegenwoordig? Nou zo is ons zicht, wazig en vertroebelt, met dollar tekens in onze ogen.
In gedachten bellen we al naar het thuisfront om te vertellen dat we ‘wat’ langer weg blijven en ik heb mijn werk al opgezegd.
De casino medewerker haalt ons terug.
“Can you step aside, so I can refill the machine”. Gebiedend gaat hij verder, ’’then you can collect your coins and can I finally turn off that noise!”
Om ons een schudden mensen meewarig hun hoofd en keren zich weer naar hun eigen spel. De serveerster passeert ons en keurt ons geen blik meer waardig.
Uit de lade halen we onze munten. Bij de caissière wisselen we ze weer terug. Honderd procent winst, vijftien dollar.

Onze tafel is er gelukkig nog. Hikkend van de lach laten we het allemaal tot ons komen. Van budget auto naar parade paardje, van sneeuwkettingen naar sinaasappelboomgaarden en van steenrijk weer terug naar ‘straatarm’, als kansen keren.
Terug op de waranda van onze kamer genieten we na, een minstens tien minuten miljonairs visioen.
Die ervaring is heel veel waard. Uit pure baldadigheid steek ik een sigaret op, gewoon om het ultieme gevoel van heel veel geld even te vieren.
Daarna trap ik hem uit en keren we terug met onze voeten op aarde, ik rook helemaal niet.

De volgende ochtend rijden we terug naar Hells Gate waar we uitkijken over de prachtige vallei.
Bad water, Golden Canyon, nog even het humeur van ons parade paardje en zijn chauffeur uittesten met een zandweg en dan laten we Death Valley definitief achter ons.
Tegen de avond rijden we de licht zee van Vegas binnen, nieuwe avonturen, nieuwe kansen.

©HIRUNDO_hetjuffie_pauline

©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline
©HIRUNDO_hetjuffie_pauline

18 gedachtes over “Als kansen keren

Geef een reactie op Natasja Reactie annuleren