De winnaar van de bijbehorende schrijfwedstrijd is bekend, maar nu lees je het verhaal ‘Een bevoorrecht kind’, geschreven door het juffie_pauline, ook op Hirundo.page. Nee, ze heeft ze niet gewonnen, maar ze heeft wel haar best gedaan om te winnen met het herschrijven in 500 woorden van een bevoorrecht kind.
Een bevoorrecht kind.
Oscar ontvluchtte met zijn gezin, nadat het Rode Kruis het beheer van de Nazi’s had overgenomen, het concentratiekamp.
‘We liepen door golvende gouden velden’, vertelde mijn moeder ooit met een ogenschijnlijke nonchalance.
Ik ben het nooit vergeten: ‘Wat is jullie aangedaan, hoe hebben jullie dat overleefd, wat hebben jullie gezien?’
Maar ik vroeg niets en luisterde goed. Een naambordje op de deur, een grote neus. Allemaal gevaarlijk. Een buurvrouw noemde mij ‘dat Jodenkind’. En zo ontwikkelde ik mij tot een schuchter/bedeesd/beducht stampvoetindiaantje.
Drie jaar van haar kindertijd leefde mijn moeder in een levensbedreigende omgeving.
Vandaar haar enorme levensdrang en levenslust? Ik heb veel van haar geleerd zoals luisteren naar muziek, kijken naar kunst, naar buiten gaan voor ontspanning en om angsten te verbergen.
Op een zeldzaam moment vertelde ze over haar grootmoeder, die besloot in bed te gaan liggen en niet meer wakker te worden toen de anti Joodse maatregelen werden aangescherpt.
Bureaucratie en registratie waren grondig bleek uit de ‘Arolsen Archives’: data, nummers en transporten, alles stond vermeld op archiefkaarten.
Met transport XXIV, nummer achthonderd drieënnegentig tot en met achthonderd vijfennegentig, reisde Oscars gezin vanuit Westerbork in twee dagen naar Theresienstadt. Hij betaalde vijf gulden per persoon, kleuter en kind mochten gratis mee.
Terug! staat links op mijn moeders kaart. Honderd tweeënveertig kinderen hebben het getto overleeft, van de ruim tienduizend!
Ik ging in een zomer naar Theresienstadt en kocht er een boek met kindertekeningen. Er waren geen golvende gouden velden, ik heb de treurige vestingstad de rug toegekeerd en ben nooit meer teruggegaan. Mijn moeder vertelde ik niets.
Op vier mei waren we altijd samen, stil voor de mensen waarover niet gesproken kon worden. Nooit samen over gepraat. Nooit, tot aan haar dood.
Corona lockdown. Naar buiten voor ontspanning, wandelen door de bossen van de Radiosterrenwacht, over het Melkwegpad, langs planeten, naar de radiotelescopen op het terrein van Kamp Westerbork.
‘Ik voel mijn moeder mij bij de hand nemen. Hand in hand zie ik ons over het terrein lopen en de telescopen bekijken.’
Ik herinner mij niets van angst of verdriet, alleen de telescopen. Een jaar of tien zal ik zijn geweest: ‘Ze beschermde haar bevoorrechte kind, ze leidde mij af met buitenaardse wezens op een buitenaards terrein, weg van haar verdriet en pijn.’
Over het oude spoortracé wandel ik langs de herdenkingspalen. Op de laatste paal lees ik op het metalen bordje: maandag 4 september 1944. Dit is het transport van mijn moeder, haar broertje, haar moeder, haar vader en tweeduizend drieëntachtig anderen mensen.
Uit pure opwinding over mijn vondst vertel ik mijn bevindingen aan een wildvreemde mevrouw, die haar hondje aan het uitlaten is.
Ik heb mooie en verdrietige herinneringen aan mijn opa, mijn oma, mijn moeder en mijn oom.
Mijn opa Oscar heeft tijdens zijn internering een klein spiegeltje met op de achterkant een foto van mijn moeder als baby bij zich kunnen houden. Dat spiegeltje is nu bij mij.
Ik ben een bevoorrecht kind, ik heb verteld waarom.
©2024HIRUNDO_hetjuffie_Pauline

mooi Pauline
LikeGeliked door 1 persoon